Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Hartklepaandoeningen
Bij een hartklepaandoening is een hartklep vernauwd of lekt de klep. Daardoor stroomt er minder bloed door de hartklep. Of een deel van het bloed loopt weer terug het hart in. Als dit gebeurt, moet het hart harder werken om voldoende bloed rond te pompen.
Afdeling
U kunt hiervoor terecht bij
Informatie
De hartkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de juiste richting door het hart stroomt. De hartkleppen kunnen zelf niet samentrekken. Ze openen en sluiten zich door drukverschillen in de bloedstroom als gevolg van het samentrekken van het hart.
De meeste klepafwijkingen komen voor in de linkerharthelft. Hier wordt het bloed met grote kracht door het lichaam gepompt. Er staat hierdoor een grotere druk op de kleppen dan aan de rechterkant.
4 hartkleppen
Het hart bevat 4 hartkleppen, die het bloed de juiste kant op laten stromen:
- aortaklep: tussen de linkerhartkamer en aorta
- mitralisklep: tussen de linkerhartkamer en -boezem
- pulmonalisklep: tussen de rechterhartkamer en longslagader
- tricuspidalisklep: tussen de rechterhartkamer en -boezem
Oorzaken
Problemen met de hartkleppen kunnen ontstaan door:
- verkalking van de klepbladen van de hartklep, hierdoor wordt de opening nauwer
- vergroeiing van de klepbladen
- beschadiging, verslapping of uitrekking van de klepbladen
Aangeboren hartklepafwijkingen
De afwijking (of de aanleg hiervoor) is bij de geboorte aanwezig. Klachten kunnen direct na de geboorte optreden, maar ook pas veel later. De klepbladen zijn met elkaar vergroeid of ze zijn te groot of te klein.
Hartklepaandoening na ziekte
Hartkleppen zijn gevoelig voor ziekten, zoals acuut reuma en bacteriële infecties. De klep raakt beschadigd of krijgt littekens. Daardoor kunnen de klepdelen aan elkaar gaan kleven. De klep vernauwt of gaat lekken. Ook een hartinfarct kan een beschadiging aan een klep veroorzaken.
Slijtage en verkalking hartklep
Ouderdom is de belangrijkste oorzaak van een hartklepaandoening. De kleppen kunnen met de jaren gaan verkalken (sclerose). Ze worden dan harder en stugger waardoor er vernauwing of lekkage ontstaat. Als een hartklep niet goed werkt, moet het hart harder pompen. Daardoor kan schade aan het hart ontstaan wat kan leiden tot hartfalen.
Symptomen
Als de hartkleppen niet goed sluiten of opengaan, kunnen er klachten ontstaan. Een lichte vernauwing of lekkage van een hartklep geeft weinig klachten. Als de vernauwing erger wordt, nemen ook de klachten toe. Symptomen die voorkomen bij hartklepaandoeningen zijn:
- kortademigheid;
- opgezette voeten;
- pijn op de borst;
- onregelmatige hartslag;
- moeheid;
- duizeligheid bij inspanning.
Onderzoeken
Een hartruisje is vaak een eerste teken dat er iets mis is met de hartkleppen. Vervolgonderzoek bij de cardioloog kan dan een hartklepafwijking aantonen.
Behandelingen
Als u een hartklepaandoening heeft, hoeft u niet altijd (meteen) behandeld te worden. U blijft wel onder controle van de cardioloog, die met een echo steeds bekijkt hoe het met uw hart gaat.
Als er wel een behandeling nodig is, kan dat op verschillende manieren. De hartklep wordt vervangen of gerepareerd. De cardioloog adviseert welke ingreep in uw geval het meest geschikt is.
Medicijnen
Als de hartklepafwijking niet te ernstig is, kunnen medicijnen ervoor zorgen dat het hart minder hard hoeft te werken. De hartklepaandoening blijft, maar de klachten verminderen. Welke medicijnen u krijgt, hangt af van de ernst van de klachten, om welke klep het gaat en de aandoening van de klep.
Nuttige links
Contact
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Cardiologie via 036 868 87 19.