Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Overtijd raken (seroniteit)
Als de bevalling 2 weken na de uitgerekende datum niet op gang is gekomen, spreken verloskundigen en artsen van overdragenheid. De medische term hiervoor is serotiniteit. 5 tot 10% van alle zwangerschappen duurt langer dan 42 weken.
Afdeling
U kunt hiervoor terecht bij
Informatie
De uitgerekende datum en de normale periode van bevallen
De verloskundige, huisarts of gynaecoloog bepaalt in het begin van de zwangerschap de uitgerekende datum. De medische term hiervoor is de à terme datum, vaak afgekort als AT-datum. Soms wordt de uitgerekende datum vastgesteld of veranderd naar aanleiding van echoscopisch onderzoek vroeg in de zwangerschap. De meeste vrouwen bevallen niet precies op de uitgerekende dag. Een normale bevalling vindt plaats in de periode van 3 weken voorafgaand tot 2 weken na afloop van deze datum. Verloskundigen en artsen noemen deze periode van 5 weken ook wel de uitgerekende periode of termijn voor een normale zwangerschap.
De gevolgen van overtijd zijn
Bij een zwangerschap die langer dan 42 weken duurt, voldoet de placenta soms minder goed aan de behoefte van het kind. De baby kan zo geleidelijk minder voeding krijgen. De hoeveelheid vruchtwater wordt langzamerhand minder. Ontlasting van de baby (meconium) in het vruchtwater komt vaker voor. In een zeldzaam geval kan de baby te weinig zuurstof krijgen.
Onderzoeken
Om problemen vóór te zijn wordt u door de verloskundige of huisarts naar de gynaecoloog verwezen. Of u de baby goed voelt bewegen, is een belangrijk teken. Een cardiotocogram (CTG) registreert de harttonen van het kind. Zo wordt de conditie van uw baby beoordeeld. Echoscopisch onderzoek geeft aan of de hoeveelheid vruchtwater voldoende is. Meestal vindt de verwijzing plaats bij 41 weken, dus 1 week na de uitgerekende datum. De gynaecoloog informeert u tot wanneer een eventuele thuisbevalling nog verantwoord is.
Behandelingen
Als alle controles goed zijn en de zwangerschap geen andere problemen geeft, is het verantwoord om af te wachten tot de bevalling spontaan begint. Het advies is om dan tweemaal per week een CTG en een echo te maken. De harttonen en de hoeveelheid vruchtwater worden zo beoordeeld. Bij minder leven voelen, als er weinig vruchtwater is, of als de harttonen niet optimaal zijn, stelt de gynaecoloog vaak voor om uw baby geboren te laten worden. Als de baarmoedermond ‘rijp’ aanvoelt, is een inleiding mogelijk. Na een zwangerschapsduur van 42 weken luidt het advies om in het ziekenhuis te bevallen.
Nuttige links
Contact
Heeft u vragen? Bel het telefonisch spreekuur verloskundige: 036 868 85 44 (maandag t/m zondag van 16.00 - 16.30 uur).