Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Beademing
Bij uw familielid of naaste is het op dit moment noodzakelijk de ademhaling over te nemen of te ondersteunen. Dit gebeurt met een beademingsapparaat.
Afdeling
U kunt hiervoor terecht bij
Behandeling
De beademingsmachine neemt de in- en uitademing van de patiënt over. Dit kan ter ondersteuning van de ademhaling zijn, maar het is ook mogelijk dat de machine de gehele ademhaling overneemt. De patiënt is via een aantal slangen en een buis verbonden met de machine. De buis is, ingebracht via de mond, en loopt door in de luchtpijp van de patiënt. Deze buis wordt tube genoemd.
Voor de beademing zal de patiënt een beademingsbuis (tube) in de keel hebben die in de luchtpijp zit. Hierdoor kan de patiënt niet praten en zal moeite hebben met slikken. Zodra de beademingsbuis eruit is kan de patiënt weer praten. De aanwezigheid van de tube en de beademing zelf kunnen voor de patiënt vervelend zijn. Daarom krijgt de patiënt soms medicijnen toegediend waardoor de patiënt slaapt. Dit kan verschillen van een lichte slaap waarbij de patiënt wekbaar is, tot een diepe slaap. Naast deze slaapmedicijnen krijgt de patiënt vaak ook pijnstillende middelen. In een enkel noodzakelijk geval worden ook spierverslappende medicijnen toegediend. Hierdoor kan de patiënt zich niet meer bewegen en is geheel slap.
Na behandeling
Wanneer de toestand van de patiënt verbetert, zal deze weer moeten gaan ‘leren’ ademen. Wij noemen dit proces 'ontwenning van de beademing'. Hoe lang dit proces duurt verschilt per persoon. Over het algemeen is het zo dat de ontwenningsperiode korter duurt als de periode van beademing zelf kort is geweest.
Na langdurige beademing (5 dagen of langer) is het meestal nodig dat de machine geleidelijk minder gaat ondersteunen zodat de patiënt geleidelijk meer zelf gaat ademen. Uiteindelijk zal de patiënt in de meeste gevallen weer zonder machine kunnen ademen. Wanneer dat moment is aangebroken, wordt de tube verwijderd. Sommige patiënten zijn hierna nog een aantal dagen hees.