Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
TURT (transurethrale resectie blaastumor)
TURT is een behandeling voor blaaskanker waarbij de uroloog de tumor via de plasbuis wegsnijdt. Het laboratorium onderzoekt het verwijderde weefsel onder de microscoop om de juiste diagnose te stellen. Bij oppervlakkige tumoren in het slijmvlies is TURT voldoende. Bij invasieve tumoren die ook de spierwand ingroeien is na TURT verdere behandeling nodig met bijvoorbeeld een operatie of bestraling.
Afdeling
U kunt hiervoor terecht bij
Informatie
Een blaastumor moet altijd worden verwijderd omdat deze groter kan worden, bloedingen kan veroorzaken en invasief kan worden. Bij oppervlakkige tumoren is een TURT behandeling voldoende. Bij invasief groeiende tumoren is na de TURT nog verdere behandeling zoals een operatie of bestraling nodig.
Voorbereiding
Laat uw arts weten als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt. Eventueel moet u hiermee voor de operatie tijdelijk stoppen.
Behandeling
Voor deze ingreep krijgt u een volledige narcose of een plaatselijke verdoving met een ruggenprik. U ligt op uw rug met de benen in beensteunen.
De uroloog brengt een dunne holle buis (cystoscoop) en een speciaal elektrisch lisje via uw plasbuis in uw blaas. Uw blaas wordt gevuld met spoelvloeistof zodat hij ontplooit. De uroloog bekijkt de blaas via de cystoscoop en schraapt met het lisje de tumor laagje voor laagje weg tot er alleen nog gezond weefsel over is. Dit geeft een wondje. Kleine bloedinkjes zijn meestal dicht te schroeien. De losgemaakte deeltjes tumor komen naar buiten met de spoelvloeistof. Als de tumor is verwijderd, spoelt de uroloog de blaas nog een keer goed na.
U krijgt een katheter (dun slangetje) in uw blaas omdat de urine na de operatie meestal bloederig is.
Na behandeling
Een paar uur na de operatie kunt u via de blaaskatheter een chemokuur krijgen om te voorkomen dat de tumorcellen ingroeien. Omdat dit 1 kuur is, geeft dit doorgaans weinig klachten.
De katheter blijft meestal een aantal dagen in de blaas voor een goede afvoer van urine en om de blaas te kunnen spoelen bij bijvoorbeeld bloedstolsels. Na de operatie is uw urine rood. Zodra de urine weer helder van kleur is, kan de katheter worden verwijderd. Dit duurt ongeveer 2 dagen. Wanneer u weer goed zelf kunt plassen, mag u naar huis.
U krijgt de uitslag van het weefselonderzoek van uw behandelend arts bij een controle afspraak. Ook hoort u dan of er nog verder onderzoek of behandeling nodig is.
Omdat blaastumoren kunnen terugkeren, krijgt u om de paar maanden een controle.
Contact
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Urologie via 036 868 87 18.