Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
Algemene punctie/biopsie (onder echogeleiding)
Een punctie of een biopsie kan worden gedaan van verschillende weefsels in het lichaam. Bijvoorbeeld uit de schildklier, de borst of lymfeklieren. Het weefsel wordt vervolgens onderzocht. Bij een cytologische punctie worden met een dunne naald cellen opgezogen uit het te onderzoeken gebied. Bij een histologisch biopt worden er kleine stukjes weefsel weggenomen met een dikke naald. De radioloog bepaalt met het echoapparaat de plek waar geprikt zal worden.
Afdeling
U kunt hiervoor terecht bij
Voorbereiding
Bij zowel een punctie als biopsie is het niet nodig dat u nuchter komt. U kunt dus gewoon eten en drinken.
De onderzoekskamer is uitsluitend toegankelijk voor patiënt en medewerker(s). Wij begrijpen dat u het prettig zou vinden om iemand bij u te hebben tijdens het onderzoek. Het uitvoeren van een echografie onderzoek vraagt echter uiterste concentratie en de aanwezigheid van een begeleider kan voor onnodige onrust of afleiding zorgen. Ouders van kinderen en begeleiders van hulpbehoevenden mogen wel bij het onderzoek zijn.
Onderzoek
Punctie
De echolaborant vraagt u het te onderzoeken gebied te ontdoen van kleding. Tijdens het onderzoek ligt u op de onderzoekstafel. De punctie wordt uitgevoerd door de radioloog. De radioloog brengt gel aan op de huid en bepaalt met het echoapparaat de plek waar geprikt wordt. De huid wordt daarna gedesinfecteerd. U krijgt voor dit onderzoek geen plaatselijke verdoving, omdat de punctie met een dunne naald wordt gedaan. Verdoven is vaak pijnlijker dan de punctie zelf en bovendien beïnvloedt de verdovingsvloeistof het punctiemateriaal. De radioloog prikt met de dunne naald in het gebied en beweegt de naald wat op en neer. Dit zorgt ervoor dat de cellen loskomen en opgezogen kunnen worden. Dit kan een onaangenaam gevoel geven. Vervolgens wordt het materiaal op speciale glaasjes uitgestreken. Het kan zijn dat de radioloog een tweede keer moet prikken, dit om voldoende punctiemateriaal te verkrijgen. Na het onderzoek krijgt u een pleister op de plek waar geprikt is, waarna u zich kunt aankleden. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.
Het punctiemateriaal wordt opgestuurd naar het laboratorium voor onderzoek. De behandelend arts bespreekt de uitslag met u.
Biopsie
De echolaborant vraagt u het te onderzoeken gebied te ontdoen van kleding. Tijdens het onderzoek ligt u op de onderzoekstafel. De punctie wordt uitgevoerd door de radioloog. De radioloog brengt gel aan op de huid en bepaalt met het echoapparaat de plek waar geprikt gaat worden. Hierna wordt de huid gedesinfecteerd en krijgt u een plaatselijke verdoving. Dit kan een wat branderig gevoel geven. De radioloog maakt een klein sneetje in de huid waardoor de biopsienaald ingebracht kan worden. Met behulp van het echobeeld wordt gecontroleerd of de naald op de juiste plek zit. Vervolgens wordt er een stukje weefsel weggenomen. Meestal wordt er twee keer geprikt, om zo voldoende weefsel te hebben voor het onderzoek. Het nemen van het biopt kan gevoelig zijn, maar de meeste mensen voelen er niets van. Nadat het wondje is afgeplakt met gazen en een pleister kunt u zich aankleden. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.
Het biopsiemateriaal wordt opgestuurd naar het laboratorium voor onderzoek. De behandelend arts bespreekt de uitslag met u.
Na onderzoek
Punctie
Voor dit onderzoek is geen speciale nabehandeling nodig. Na het onderzoek kunt u alles doen wat u wilt. Wel kan het zijn dat er een beurs gevoel of een blauwe plek ontstaat op de plek waar geprikt is.
Biopsie
Na de biopsie kunt u beter niet intensief sporten of zwaar tillen. Dit om te voorkomen dat het wondje weer opengaat en er een nabloeding optreedt. Het kan zijn dat er een beurs gevoel of blauwe plek ontstaat op de plek waar geprikt is. De pleister moet de rest van de dag blijven zitten en mag niet nat worden. De volgende ochtend mag u de pleister verwijderen. Indien nodig kunt u zelf een nieuwe pleister aanbrengen.
Contact
Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Radiologie via 036 868 87 43.