Deze website maakt gebruik van geanonimiseerde cookies om jouw gebruikservaring te optimaliseren en voor de analyse van onze website. Deze cookies kun je niet uitzetten. Bij het tonen en afspelen van YouTube video's worden cookies van derden geplaatst. Deze cookies van derden kun je wel uitzetten. Klik op "Akkoord" als je akkoord gaat met dit gebruik van cookies, klik op "Aanpassen" voor meer informatie en om zelf te bepalen welke cookies deze website plaatst.
“Deze nieuwe methode is vooral voor de patiënt een hele verbetering”, legt chirurg Sanne Bartels uit. “Om een tumor in de borst te kunnen verwijderen, willen we vooraf precies weten waar deze in de borst zit. Om dat te bepalen, plaatste de radioloog tot voor kort een zogenaamde ‘lokalisatiedraad’. Een dag voor de operatie werd er dan een metalen draad in de borst gebracht en ik volgde dan op de dag van de operatie de draad om zo de tumor te verwijderen. Deze draad steekt uit de borst en dat kan ongemakkelijk en onhandig zijn. Daarnaast moest de patiënt tot aan de operatie ook voorzichtig zijn, om te voorkomen dat de draad zou verschuiven.” Bartels vertelt dat met het plaatsen van het zogenaamd magneetzaadje het ongemak een stuk minder is. “De radioloog kan het magneetzaadje al eerder dan een dag voorafgaand aan de operatie plaatsen. De patiënt kan zich dan in alle rust voorbereiden op de operatie.”
Minder belastend
Naast het grote voordeel voor de patiënt voorafgaand aan de operatie, kan de operatie nog doeltreffender worden uitgevoerd. Bartels: “Doordat de draad locatiedraad direct naar de tumor wijst, via de kortste weg, was het niet in alle gevallen mogelijk om de tumor via dezelfde route te verwijderen. Door het lokaliseren van de tumor door het magneetzaadje kunnen we nu rechtstreeks de tumor benaderen. Zo kan de ingreep vaak nóg kleiner blijven en is daarmee minder ingrijpend en belastend voor de patiënt.”
Hoe werkt het
Het magneetzaadje, niet groter dan een rijstkorrel, wordt op de plek van de tumor door de radioloog gebracht met een inbrengnaald. Tijdens de operatie zoekt de chirurg het zaadje op met een zogenaamde probe; een ronde staaf waarin sensoren zitten. Het systeem gaat piepen zodra het magneetzaadje is opgespoord en geeft de afstand tot het zaadje tot op de millimeter aan.
Inmiddels zijn de eerste patiënten geopereerd met behulp van de nieuwe methode. “De resultaten zijn goed”, vertelt Bartels, “de techniek werkt prima, de operaties gingen goed en de patiënten zijn tevreden. En dat laatste is het meest belangrijk.”