Ooglidoperatie

Voorbereiding

Als u bloedverdunnende middelen gebruikt, kan de arts u niet opereren. Dit zijn de medicijnen die aspirine of acetylsalicylzuur bevatten. Ook als u bloedverdunnende middelen gebruikt die door de trombosedienst worden gecontroleerd, kan de ooglidoperatie niet worden verricht. Ook andere medicijnen kunnen invloed hebben op de operatie. Bespreek daarom alle medicijnen die u gebruikt met uw oogarts.

Behandeling

Zowel op jongere als latere leeftijd is een correctie mogelijk. Vaak worden deze correcties uitgevoerd onder een plaatselijke verdoving. Afhankelijk van de afwijking kijkt de oogarts naar welke behandeling voor u van toepassing kan zijn.

Te laag bovenooglid (Ptosis)

Als de spier in het bovenooglid niet goed ontwikkeld is of op oudere leeftijd los is gaan laten, kan dit worden gecorrigeerd met een operatie. Onder plaatselijke verdoving wordt een snee in het bovenooglid gemaakt en de spier weer vastgezet.

Soms kan correctie van het hangend ooglid problemen veroorzaken met het sluiten van het oog. Dit kan leiden tot pijn en slechtziendheid door uitdroging van het hoornvlies. Een operatie van een hangend ooglid levert niet altijd in één keer het gewenste resultaat op. Sommige mensen worden daarom meerdere keren geopereerd. Wanneer het verschil in hoogte tussen beide oogleden 1 millimeter of minder bedraagt, is de operatie gelukt.

Teveel aan huid in de bovenoogleden (dermatochalasis)

Onder plaatselijke verdoving wordt het overtollige stukje huid en/of vet weggehaald uit het bovenooglid.  Dit doet de oogarts door een snee te maken in het bovenooglid. Na het weghalen van het vet of de overtollige huid hecht de arts de wond.

Een naar buiten gedraaid onderooglid (ectropion)

Het oog wordt plaatselijk verdoofd. De oogarts kort het onderooglid dat naar buiten gedraaid is in en zet deze vervolgens met hechtingen weer vast.

Een naar binnen gedraaid onderooglid (entropion)

Het oog wordt plaatselijk verdoofd. De oogarts maakt een snee in het naar binnen gedraaide onderooglid, waarna deze met hechtingen weer naar buiten kan worden gekanteld. Het kan ook voorkomen dat het onderooglid heel slap is. Als dit het geval is, dan wordt het onderooglid ook een stukje ingekort. Hierdoor komt het onderooglid minder slap te hangen.

Na behandeling

Na de operatie kunt u al snel naar huis. 

• Na enkele uren is de verdoving uitgewerkt. U mag dan als pijnstilling Paracetamol 500 mg tabletten gebruiken (max. 8 tabletten per 24 uur), die te koop zijn bij apotheek en drogist.
• Het kan zijn dat u een branderig gevoel in uw oog heeft, alsof er zand inzit. Het is heel belangrijk dat u niet in uw oog wrijft om letsel te voorkomen. Traanvocht deppen mag wel. Eventueel kunt u een nat washandje op uw ogen leggen.
• Soms wordt een oogkapje aangebracht. Als u met een oogkapje naar huis bent gegaan, laat u dit tot de volgende ochtend zitten. U kunt dit dan zelf verwijderen. Daarna moet u dit kapje ‘s nachts in ieder geval de eerste 2 weken op het oog plakken om te voorkomen dat u per ongeluk in uw oog wrijft. Het kapje kunt u met een pleister vastplakken. Na de eerste nacht hoeft er geen oogverbandje meer onder.
• Geadviseerd wordt om de eerste weken niet te zwemmen en geen bal- of contactsporten te beoefenen.
• Bij scherp licht kunt u eventueel een zonnebril dragen.

Nuttige links

Contact

Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op met de afdeling Oogheelkunde via 036 868 87 33 of Plastische chirurgie via 036 868 88 43.